Verticaal parkeersysteem

Het LP-parkeersysteem is ontwikkeld voor smalle en beperkte ruimtes. Een horizontale configuratie vermindert de vereiste breedte. Dit betekent dat LP past in smalle rijen gebouwen die worden opgeknapt of in kleine ruimtes tussen bestaande gebouwen. Kortom: het past overal.

LP is geschikt voor ondergronds, bovengronds of gemengd bouwen. Met een hoogte van 16 m en een lengte tot 100 m biedt hij plaats aan maximaal 60 voertuigen van elk formaat. In het LP-systeem worden de voertuigpallets op een zelfdragende staalconstructie of direct in het betonnen gebouw zelf geplaatst. Dit geeft planners en architecten maximale flexibiliteit bij de positionering en het gebruik van de ruimte. De hoogte van het systeem wordt alleen bepaald door lokale omstandigheden. Dit geldt ook voor het aantal niveaus en dus het aantal parkeerplaatsen.

Bij LP worden voertuigen parallel aan de bergings- en ophaaleenheid geparkeerd. Er kunnen meerdere auto’s achter elkaar of naast elkaar worden geplaatst. Bij de langsconfiguratie kunnen er links en rechts van de opberger tot drie parkeerplaatsen zijn.

Het LP-systeem is er in twee varianten, die verschillen in de positie van de transferkamer:

• Bij LPM bevindt de overslagruimte zich in het midden, boven de op- en afvoerunit.
• In LPS bevindt hij zich aan de zijkant.

Bij beide varianten kan de op- en afvoerunit uitgevoerd worden als lift met daarop een shuttle gemonteerd (zoals in het TP-systeem) of als een in lengterichting aangedreven versie (zoals in het UP-parkeersysteem). Voor een hoge omloopsnelheid en korte toegangstijden is een tweede opslag- en ophaaleenheid voorzien.

In het LP-systeem wordt het in- en uithalen van de voertuigpallets afgehandeld door een kettingbaan op de op- en afhaalunit. We passen deze oplossing ook met succes toe in plaatwerkwinkels en andere toepassingen. De werking ervan is bijna slijtagevrij. Afhankelijk van het gekozen systeem haalt de op- en afhaaleenheid de voertuigpallet direct uit de transferruimte of wordt de pallet met een lift onder de transferruimte naar de exacte positie getransporteerd.

Ook hier monitoren sensoren het overstapproces, om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat alle passagiers het voertuig hebben verlaten. Sensornetwerken bewaken ook de bewegingen van het voertuig in het parkeersysteem nadat het is overgedragen. Op deze manier blijft de afstand tussen het voertuig en de parkeergarage hetzelfde en raakt de auto deze nooit aan.

Voor degenen die een verbeterde parkeerervaring willen, kunnen we optioneel een draaischijf installeren die de geparkeerde auto altijd in de rijrichting aflevert. Manoeuvreren is niet nodig – en er zijn geen gevaren voor het voertuig.